Mag je sporten met hyperventilatie?
Er kan een gemakkelijk antwoord gegeven worden op de vraag of hyperventilatie en sporten een verantwoorde combinatie is. Ja. Ten minste, als men het sporten binnen het redelijke houdt.
Men zou kunnen gaan denken dat hyperventilatie, aangezien het met de ademhaling te maken heeft, niet verenigbaar is met sporten. Het gevoel dat door hyperventilatie ontstaat, is een gevoel van gebrek aan lucht. Het kan mensen angstig maken want stel dat je op het einde van het sporten een aanval krijgt van hyperventilatie, dan wordt het helemaal bangelijk. Je zit al in ademnood door het sporten, en als daar nog een aanval van hyperventilatie bovenop komt, dan is het zeker een benauwende ervaring.
Voordelen van sporten bij hyperventilatie
Sporten bij hyperventilatie levert een hele reeks voordelen op. Hyperventilatie ontstaat omdat de aanvoer van zuurstof en de afvoer van koolzuurgas uit evenwicht geraakt. Door te sporten, zal de inhoud van de longen vergroten. Dit zorgt er dan op zich voor dat de longen een extra hoeveelheid opgenomen zuurstof beter kunnen verwerken.
Ook het hart wordt sterker door te sporten. Het hart zorgt er voor dat het bloed doorheen het lichaam gepompt wordt. Dat bloed is de transporteur van de zuurstof. Door een sterker hart, wordt het bloed steviger doorheen het lichaam gepompt. Men kan het beschouwen als een extra rijstrook gemaakt wordt op een snelweg, zodat het transport vlotter kan verlopen.
Sporten en hyperventilatie: wat wel en wat niet
Sporten heeft een zeer voordelige invloed op hyperventilatie als het goed beoefend wordt. Na een zestal weken consequent sporten, zal men al gauw verbetering merken. Zo zal het hart sterker geworden zijn en zal het met minder inspanning de nodige hoeveelheid bloed kunnen uitdelen.
Echter, als men op een verkeerde manier gaat sporten, dan zullen de klachten omtrent hyperventilatie er alleen maar erger op worden. Verkeerd sporten betekent dat je tijdens het sporten hoofdzakelijk door je mond in plaats van door je neus ademt.
Ook is het zo dat men de sportactiviteit geleidelijk moet opbouwen. Ga niet vanaf de eerste dag kilometers lopen, maar bouw dit geleidelijk op. Begin met eerst een eindje te wandelen (opwarming van de spieren), ga dan kalmpjes aan lopen (joggen) en wissel dit af met wandelen. Na verloop van tijd kan men de afstand die men loopt opdrijven. En bij dit sporten moet men er blijven op letten om door de neus te ademen. Dit is zo omdat men teveel koolzuurgas verliest als men door de mond ademt.